22 april 2006

Eerstgeborene van elk schepsel

Deze week heb ik diverse bijdragen geplaatst in een discussie waarbij de vraag aan de orde gesteld werd, of Christus een schepsel genoemd mag worden. Kerkhistorisch is dit een zwaar beladen vraag. In de derde en vierde eeuw van onze jaartelling woedde een heftige strijd tussen Athanasius en Arius over deze kwestie. Laatstgenoemde werd uiteindelijk als ketter door het concilie van Nicea veroordeeld. Zo gaat dat meestal met Bijbelse waarheden... Athanasius sprak van God de Zoon, terwijl Arius sprak van de Zoon van God. Athanasius leerde dat de Zoon geen begin had, terwijl Arius leerde dat de Zoon Gods eerste schepsel was. Hoe ketters het ook moge klinken, niet Athanasius maar Arius had in deze de Schrift aan zijn zijde. Nergens lezen we over 'God de Zoon' maar daarentegen wel talloos veel keren over "de Zoon van God".

Christus heet het "Beeld van de onzienlijke God" (Kol.1:15). Immers, "niemand heeft ooit God gezien" (Joh.1:18). Maar aangezien de Schrift heel uitdrukkelijk leert dat God Zich wel degelijk openbaart, dan is dat middels Hem, die Zijn Beeld (Grieks: ikoon) is. Christus is dus God in die zin dat Hij God uit-beeldt en vertegenwoordigt. Met recht: beeld-spraak. Waar God in de Schrift zichtbaar wordt, is dat per definitie Gods Beeld. Of zoals Paulus Hem in Filippi 2 noemt: "de Gestalte Gods". Johannes 1 noemt Hem "het Woord" (Grieks: logo[s]). Hebreeën 1:3 noemt Hem Gods "afdruk" (Grieks: karakter = embleem).

In dezelfde passage waar de Zoon het "Beeld van de onzienlijke God" wordt genoemd, heet Hij tevens "de Eerstgeborene van elk schepsel". Hij is dus niet zomaar een schepsel, maar "de Eerstgeborene van elk schepsel". De term "eerstgeborene" duidt op zowel volgorde als op rangorde: de Zoon was de eerste van Gods schepselen, maar Hij neemt ook de eerste plaats in onder elk schepsel. Waarom? "... WANT in en door Hem zijn alle dingen geschapen..." (Kol.1:16). Hij is als Gods Embleem het Instrument waardoor God de schepping tot stand bracht.
Duidt de term "Eerstgeborene van elk schepsel" er op, dat we te maken hebben met een schepsel? Inderdaad, los van alle dogmatiek is dat de onmiskenbare betekenis van de uitdrukking. Ik citeer uit genoemde discussie:

Eerste kun je niet alléén zijn, daarvoor moet je deel uitmaken van een groep. Als Balkenende eerste minister is, dan betekent dat drie dingen:
  1. hij is een minister;
  2. er zijn nog meer ministers en
  3. temidden van de overige ministers neemt Hij de eerste plaats in.

Als een eerste minister geen minister zou zijn, dan betekent de frase helemaal NIETS. Als de "eerste van alle geboden" (Mar.12:28) geen gebod zou zijn, dan betekent de frase NIETS. Als de "eerste der maanden" geen maand zou zijn dan betekent de frase NIETS. Enz., enz. enz.

Ketterij of niet: Paulus leert dat de Zoon "de Eerstgeborene van elk schepsel" is en dus een schepsel.

Geen opmerkingen: